In memoriam Henri van Praag (12 september 1916 – 3 november 1988)

 

In een complexe en tumultueuze wereld heb je best een kompas bij de hand, of de nodige wegwijzers om je weg te vinden.

Bij alles wat hij hoort of ziet, heeft een mens al gauw de neiging aan te nemen dat datgene wat hij het meest hoort, of datgene wat de meeste mensen als waar aannemen, ook werkelijk waar is. We neigen er toe wat algemeen aanvaard is op één lijn te stellen met wat juist of waar is. Als je mening bovendien door anderen wordt gedeeld en gewaardeerd, niet in het minst wellicht omdat ze overeenkomt met hun eigen mening, geeft dat een goed gevoel. Ieder voelt zich graag aanvaard en gewaardeerd.  En zo bekrachtigen we elkaar in ons grote gelijk.

Maar of iets waar is of niet, zou je niet mogen laten afhangen van wat anderen er van vinden. Hetzelfde geldt voor of iets wenselijk is of niet in de samenleving.

In ‘De troost van de filosofie’ zet Alain de Botton Socrates neer als voorbeeld bij uitstek van de dwarsligger, de dissident of, om te spreken met het beeld dat hij van zichzelf schetste, de horzel die door een godheid aan de stad Athene werd toegewezen om een paard dat door zijn grootte te traag is, wakker te schudden. Zo leert Socrates ons, als één van zijn belangrijkste leringen, dat een mening of een bewering niet al dan niet waar is op basis van het aantal mensen die deze mening aanhangen of de bewering als waarheid zien, maar dat waarheid enkel afhangt van de deugdelijkheid en de logica van de redenering die tot een besluit leidt. Een meerderheid van de jury die Socrates veroordeelde, – weliswaar een nipte meerderheid, tweehonderdtachtig op vijfhonderd – , waren het eens met het oordeel van de aanklagers. Na het korte verweer van Socrates was zelfs een grotere meerderheid van driehonderdzestig juryleden het er mee eens. Zo werd hij veroordeeld tot het drinken van de gifbeker dat hij zonder tegenstand ook deed.  Zo concludeert de Botton dat hij ‘ons als extreem voorbeeld liet zien van hoe je trouw moet blijven aan een weloverwogen standpunt als dat met onlogische tegenstand wordt geconfronteerd’.

Het is dus niet de meerderheid van de anderen die aangeeft wat waar is of niet, ook niet je intuïtie, maar het is het logische en redelijke denken in combinatie met kennis van zaken dat tot een weloverwogen standpunt leidt. Niemand zou er aan denken, zonder opleiding of kennis van zaken, te beginnen met pottenbakken, maar toch denkt menigeen dat hij kan oordelen in complexe en moeilijke zaken. Toch heb je ook daar een leraar voor nodig.

Socrates: Een man die aan lichaamsoefening doet en zich daarop ernstig toelegt, schenkt hij zijn aandacht aan goedkeuring en afkeuring en kritiek van iedereen of alleen van die ene die dokter is of gymnastiekleraar?

Crito: Van die ene alleen.

Socrates: Moet hij niet de afkeuring vrezen en de lof met vreugde begroeten van die ene alleen en niet van het publiek?

Crito: Dat is duidelijk.

Scocrates: Hij moet dus zo handelen en oefenen en eten en drinken zoals het aan die ene, die kenner en deskundige goeddunkt, en niet aan alle andere mensen bij elkaar?

Crito: Dat is zo.

In een complexe en tumultueuze wereld is het een zegen als je een leraar vindt.

Als een horzel die je wakker maakt en je eigen denken in vraag stelt, die je in dialoog leidt en begeleidt, die je laat kennis maken met andere wijzen van leven en denken en je daarmee in gesprek laat gaan.

Henri van Praag was mijn leraar.

Het is vandaag dertig jaar geleden dat hij is gestorven.

Er is van hem weinig beeldmateriaal, maar op Youtube vind je het volgende fragment over de universiteit van Lugano en in annex een hele lezing.

Als hulde aan hem wil ik graag nog verwijzen naar een beeldfragment dat ik zelf voorheen nog niet had gezien, dat ooit werd uitgezonden op VPRO, en waarin je hem leert kennen als iemand die je ‘laat zien hoe je trouw moet blijven aan een weloverwogen standpunt als dat met onlogische tegenstand wordt geconfronteerd’.

https://www.npo3.nl/andere-tijden-pal-achter-israel/16-05-2017/WO_NTR_8933010

In memoriam

Henri van Praag (12 september 1916 – 3 november 1988)